Als je niet kunt kiezen tussen paaseitjes of een koekje, dan zijn deze paas spritsen echt iets voor jou! Deze lekkere brosse koekjes met chocolade vulling zijn een leuke traktatie voor het komende paasfeest. Dus haal je paaseitjes maar vast uit hun verpakking, dan kunnen we gaan bakken… 🙂
Paas spritsen geïnspireerd op Utrechtse spritsen van Holtkamp
Eén van mijn favoriete Nederlandse koekjes is toch zeker de sprits. En ik vind ze helemaal onweerstaanbaar als ze zijn gedipt in chocolade! Je kunt je daarom wel voorstellen dat het niet lang duurde voordat dit idee in mijn hoofd opkwam bij het bedenken van een nieuw paaskoekje. Deels geïnspireerd door een leuk filmpje dat ik ooit zag waarin de bekende banketbakker Cees Holtkamp Utrechtse spritsen bakt met zijn kleindochter Stella. Utrechtse spritsen worden volgens traditie zigzag gespoten op een bakplaat. Na het bakken worden de lange repen in stukken gesneden tot de bekende sprits stukken. Zoals je kunt zien heb ik speciaal voor Pasen de zigzag spritsen omgedoopt tot feestelijk versierde nestjes, gevuld met een lekker paaseitje.
Spritsen van wrijfdeeg
Ik vind het fascinerend hoeveel verschillende soorten koekjes je kunt maken met eigenlijk dezelfde basisingrediënten: boter, suiker, ei en bloem. De verhoudingen van deze ingrediënten en de volgorde en techniek waarmee het deeg wordt gemaakt bepaalt grotendeels het eindresultaat. Zo is het bijvoorbeeld voor spritsen essentieel om het deeg kortdurend met je handpalm op het aanrecht voor je uit te wrijven. Dit wrijfdeeg zorgt voor een luchtig deeg dat zich zich mooi en soepel laat opspuiten. Het is volgens Holtkamp een bakkersgeheim dat ook wordt toegepast in grote bakkerijen. Nadat het deeg machinaal is gedraaid wordt het nog steeds in kleine porties met de hand gewreven.
Vulling paaseitje als verrassing
Wanneer de sprits nestjes zijn gebakken duw je er een paaseitje in. De restwarmte van het koekje zorgt ervoor dat het paaseitje iets smelt en na het afkoelen goed vastzit. Je kunt hiervoor gevulde of massieve paaseitjes gebruiken maar het leukste vind ik het om hiervoor een mix van diverse soorten gevulde paaseitjes te nemen. Zo word je telkens bij de eerste hap verrast door de vulling van het paaseitje. Ik heb voor deze koekjes de paaseitjes van Kruidvat gekozen. Het assortiment is groot, met diverse lekkere smaken. Mijn favoriete paaseitjes uit dit assortiment zijn: melk praliné met een hele hazelnoot erin of melkchocolade paaseitjes gevuld met witte chocolade en gepofte rijst!
Voor nog meer inspiratie kun je kijken bij deze recepten voor Pasen, zoals:
- chocolade koek nestjes
- gevulde paaseieren
- luchtige eiwrap met spinazie
- bladerdeeg nestjes met fruitsalade
- gevulde paashaas eieren
Fijne Paasdagen en eet smakelijk!
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met Kruidvat.
Ingrediënten
Voor ongeveer 15 stuks:
- 100 g zachte boter
- 50 g witte basterdsuiker
- 15 g ei
- 1/8 tl zout (1,5 g)
- 1 zakje vanillesuiker
- 65 g patentbloem
- 65 g Zeeuwse bloem*
- 15 paaseitjes
- eventueel voor decoratie: sprinkles
- spuitzak met kartelmondje (ongeveer 10 mm diameter)
* Zeeuwse bloem zorgt voor een lekker bros koekje. Als je geen Zeeuwse bloem kunt vinden, gebruik dan alleen patentbloem (130 g totaal).
De gebruikte tl (theelepel) en el (eetlepel) zijn respectievelijk 5 en 15ml, hiervoor gebruik ik altijd keukenmaatschepjes.
Bereiding
- Verwarm de oven voor op 160° C (hetelucht) en bekleed een bakplaat met bakpapier. Verwijder de verpakking van 15 paaseitjes en leg ze in de vriezer. Dit zorgt ervoor dat de paaseitjes straks niet teveel smelten (stap 7).
- Mix zachte boter, zout, ei, vanille- en basterdsuiker tot een homogeen mengsel. Dit kan met de hand of met een mixer.
- Doe dan de beide soorten bloem erbij en mix het kort tot een beslag. Schep het beslag daarna op je (schone) aanrecht en wrijf het beslag met je handpalm van je af. Schraap het dan met een deegschraper bij elkaar en herhaal dit een paar keer. Je zult zien dat het beslag daarna lichter van kleur wordt en ook makkelijker los komt van je hand. Het wrijven van het beslag zorgt voor het mooier opspuiten.
- Doe het beslag in een spuitzak met een kartelmondje (diameter ongeveer 10 mm). Spuit 15 rondjes op de bakplaat van ongeveer 4 cm diameter. De rondjes mogen nog een klein gaat je hebben in het midden (zie foto). De koekjes lopen nog iets uit in de oven dus laat er wat ruimte tussen. Bestrooi de "nestjes" desgewenst met sprinkles voor een extra feestelijk effect.
- Bak de koekjes 15-17 min (afhankelijk van je oven) tot ze mooi goudbruin zijn. Bak ze niet te donker, want dan worden de koekjes te hard en barsten ze wanneer je straks (stap 6) de eitjes erin drukt.
- Haal de paaseitjes uit de vriezer kort voordat je de koekjes uit de oven haalt. Leg een paaseitje op elk koekje nu hij nog heet is en druk hem voorzichtig aan zodat hij in het nestje zakt. Duw niet te hard anders scheurt het koekjes. De hitte van het koekje laat de onderkant iets smelten waardoor hij uiteindelijk na het afkoelen vastzit.
- Nu komt het lastigste van het recept: wachten! De paaseitjes moeten namelijk weer opstijven en dit duurt nog wat langer dan alleen het afkoelen van de koekjes. Laat ze daarom 1-2 uur afkoelen. Alhoewel een koeknestje met een zacht paaseitje erin ook heel erg lekker is! Zoals je begrijpt kon ik niet wachten. 😉