De aanleiding om zelf een recept voor baklava te bedenken is dat ik er tot nu toe geen grote liefhebber van ben geweest. De zoete siroop waarmee vrijwel elke baklava rijkelijk wordt bedropen stond me nog het meeste tegen. De krokante laagjes noten en filodeeg, wat naar mijn idee het lekkerste van een baklava is, veranderen hierdoor onder het oppervlak vaak in een plakkerig geheel.
Baklava met subtiele Midden-Oosterse aroma’s
Voor mij was dit de reden om mijn eigen versie te maken. Na een paar pogingen, verdeeld over meerdere walnootseizoenen, is het me gelukt mijn ultieme baklava te creëren! Met lekkere krokante laagjes filodeeg, die zelfs na een paar dagen nog knisperen. De notenvulling heeft subtiele Midden-Oosterse aroma’s van kaneel, gember en rozenwater. Je kunt voor de vulling walnoten gebruiken of een mengsel van diverse noten die jij lekker vindt. Dat is het leuke aan je eigen lekkernijen bakken: je kunt er je eigen draai aan geven.
Ultiem krokant tot op de bodem
In eerdere testen heb ik mijn zelfgemaakte filodeeg gebruikt die ik graag bij deze hartige tarte tatin gebruik. Maar eerlijk gezegd vind ik de laagjes notenvulling in deze baklava het beste uitkomen in combinatie met kant en klaar filodeeg. Elk velletje filodeeg wordt bestreken met een beetje gesmolten boter en olijfolie. Hierdoor is het resultaat heerlijk krokant tot op de bodem en toch niet te vet. Inmiddels heb ik begrepen dat ik niet de enige ben die tot nu toe geen grote baklava fan was. Wellicht komt daar na het proberen na dit recept verandering in.
Misschien vind je deze bladerdeegkoekjes met dadel en sinaasappel ook lekker!
Of deze hartige filotaart met prei en champignons.
Veel plezier en eet smakelijk!
Ingrediënten
Voor 12 stukjes in een bakvorm van 17 x 20 cm:
- 1 pak filodeeg van 225 g
- 50 g roomboter
- 20 g olijfolie
- 1-2 el geroosterde sesamzaad, en/of (pistache)noten
- 1 el honing
Voor de notenvulling:
- 100 g walnoten (of een mengsel van amandelen, pistache-, cashew-, of pecannoten)
- 80-100 g* lichtbruine basterdsuiker
- snuf zout (0,5 g)
- 1½ tl kaneel**
- ¼ tl gemberpoeder**
- 1½ tl rozenwater***
* Ik vond 100 g suiker bij dit recept het lekkerst, dit is naar verhouding al een stuk minder dan gebruikelijk. Maar indien je nog minder suiker wilt gebruiken zou je eventueel ook 80 g suiker kunnen aanhouden. Proef gewoon het notenmengsel in stap 1 en gebruik de hoeveelheid suiker naar jouw smaak.
** Je kunt eventueel ook koekkruiden in plaats van kaneel gebruiken. Halveer dan wel de hoeveelheid gemberpoeder, want koekkruiden bevatten ook gemberpoeder.
*** Ik heb rozenwater van het merk Souq gebruikt. Rozenwater kan per merk verschillen in sterkte, houd daar rekening mee! Het is erg lekker als je het in de juiste hoeveelheid gebruikt, maar teveel rozenwater is echt niet lekker. Proef daarom tussentijds het notenmengsel. Rozenwater van Nielsen Massey is bijvoorbeeld sterker. Rozenwater die je bij Islamitische winkels vindt, is meestal vergelijkbaar met die van Souq.
Een el (eetlepel)= 15 ml en een tl (theelepel)= 5 ml. Dit is gemeten met keukenmaatschepjes die iets groter zijn dan de gemiddelde eet- en theelepels.
Bereiding
- Maak de notenvulling: rooster hiervoor de noten 10-15 minuten op 180 °C (hetelucht) tot de noten heerlijk ruiken en zet daarna de oven uit tot straks. Maal de noten fijn als ze zijn afgekoeld en roer suiker, zout en specerijen erdoor. Meng er als laatste ook het rozenwater door. Het wordt hierdoor iets plakkeriger dus roer het goed door. Bewaar de vulling tot gebruik.
- Smelt de boter in een pannetje samen met de olijfolie. Vet hiermee een bakvorm in van 17 x 20 cm.
- Ik heb een pak filodeeg gebruikt van 225 gram dat bestond uit 4 grote vellen (40x60 cm). Ik heb per laag een vel gebruikt en deze in 4 stukken gesneden. In totaal zijn er dus 4 lagen deeg met daartussen 3 lagen notenvulling in deze baklava. Maar als het bij jouw deeg beter uitkomt om het deeg in 3 of 5 lagen te verdelen is dat ook prima. Zolang je maar begint en eindigt met een laag deeg.
- Kwast 1 vel filodeeg in met een beetje van het botermengsel. Snijd het deeg in vieren en 'frommel' elk van de vier stukken in de bakvorm. Het deeg mag er gerust rommelig en geplooid uitzien. Druk de lagen een beetje aan en strooi 1/3 deel van de vulling erover.
- Doe de oven weer aan op 180 °C (hetelucht).
- Herhaal stap 4 tot je eindigt met het laatste vel filodeeg. Verwarm eventueel tussendoor het botermengsel zodat hij goed vloeibaar blijft. Bewaar op het laatst ongeveer 1 tl van het botermengsel voor de afwerking.
- Druk de baklava goed aan met een vlakke hand, zodat de bovenkant vlak wordt. Snijd de baklava dan in 12 stukken en bak de baklava 30-35 minuten in de oven tot hij mooi goudbruin.
- Verwarm de honing kort (dus niet koken) op het vuur met het beetje overgebleven botermengsel tot hij iets vloeibaarder wordt. Kwast dit over de warme baklava direct als hij uit de oven is en bestrooi hem tot slot met sesamzaadjes en/of gehakte nootjes.
- Serveer de baklava enigszins warm of helemaal afgekoeld, net wat jij lekker vindt. Je kunt er eventueel ook nog een bolletje ijs of wat Griekse of Turkse yoghurt bij serveren.