Vandaag neem ik jullie mee naar Zweden, althans in culinair opzicht. Ik ben zelf eigenlijk nog nooit in Zweden geweest en de Zweedse keuken is voor mij grotendeels ook nog een onbekend terrein. Maar sinds kort weet ik wél het één en ander over Zweedse Semlor, het meervoud van Semla. Nadat ik vorig jaar meerdere foto’s van deze verleidelijke creaties had gezien was mijn nieuwsgierigheid gewekt en ben ik op onderzoek uitgegaan.
Semlor hebben qua uiterlijk misschien iets weg van onze moorkoppen en soezen, maar het is echt heel wat anders. Semlor zijn namelijk zachte en zoete broodjes. Een beetje zoals een brioche, maar dan met minder eieren en boter. Ze zijn op smaak gebracht met een vleugje kardemom, wat in Scandinavië een veel gebruikt specerij is. Na het bakken worden de broodjes ontdaan van hun kapjes en een beetje uitgehold. Deze holte wordt dan gevuld met een lekkere amandelcrème. Hier bovenop komt een decoratieve toef slagroom waarop het brooddekseltje weer wordt teruggelegd. Vervolgens wordt de semlor feestelijk besneeuwd met poedersuiker.
Want een semla is tenslotte een feestelijke traktatie. Traditioneel at men deze delicatesse op de dag voorafgaand aan de vastenperiode, de 40 dagen voor Pasen. Deze dag wordt in Zweden Fettisdagen genoemd, oftewel vette dinsdag een dag waarop met zich goed liet verwennen aan tafel. Een andere naam voor semla is daarom ook wel fettisdagsbulle. Alhoewel in Zweden de gewoonte van het vasten is vervaagd, zijn deze semlor nog steeds populair. Ze gaan vanaf januari tot Pasen en soms nóg langer als warme broodjes over de toonbank.
Aangezien ze in Nederland niet te koop zijn en mijn nieuwsgierigheid inmiddels niet meer te temmen was ben ik er dit jaar zelf mee aan de slag gegaan. Ik heb er een klein beetje mijn eigen draai aan gegeven (hopelijk nemen de Zweden me dat niet kwalijk) door er wat sinaasappelschil en oranjebloesemwater aan toe te voegen. Dit is namelijk erg lekker in combinatie kardemom. Ben je geen fan van oranjebloesemwater, dan kun je dit gewoon achterwege laten.
In Finland, Estland en Denemarken bestaat ook een soortgelijk traditioneel recept, maar dan onder een andere naam. De vulling is dan soms anders, bijvoorbeeld met jam in plaats van amandelspijs, of met chocolade.
Ingrediënten (voor 8 stuks):
voor het deeg:
- 250 g patentbloem
- 50 g boter op kamertemperatuur
- 125 g volle melk, lauwwarm
- 1 ei (L) (de helft gaat in het deeg, de andere is om te bestrijken)
- 40 g suiker
- snufje zout
- 1 tl vanille extract (of 1 zakje vanillesuiker, maar extract is beter)
- 1/2 zakje gist
- 1/2 tl kardemom poeder (van de zaadjes van ongeveer 3 kardemom peulen*)
- rasp van 1/2 (biologische) sinaasappel of 1 mandarijn
*Kardemom is op saffraan en vanille na het duurste specerij. Maar het is vrij sterk en je hebt er daardoor maar weinig van nodig. Het heeft een heel bijzonder aroma, een mengeling van citrus, piment, peper en munt. Het wordt in India en Arabische landen veel gebruikt in hartige gerechten, zoals curry’s en in Scandinavië juist in veel zoete gerechten. In Nederland kennen wij kardemom oa. als onderdeel van speculaaskruiden. Je kunt kardemom als gedroogde peulen of in poedervorm kopen. In de groene peulen zitten zwarte zaden en deze worden gemalen tot poeder. Het poeder verliest echter vrij snel zijn smaak en daarom gaat mijn voorkeur uit naar de langer houdbare peulen. De zaden maal ik dan in een vijzel tot poeder.
voor de vulling:
- 300 ml slagroom (30% vetgehalte)
- 30 g suiker
- 1 tl vanille extract (of 1 zakje vanillesuiker)
- 150 g amandelspijs
- 1 tl oranjebloesemwater
- snufje kardemom poeder
- 3-4 el volle melk
Bereiding:
- Begin met het deeg. Doe alle ingrediënten behalve de boter bij elkaar in een kom (let op: gebruik nu slechts de helft van het ei en bewaar de andere helft voor straks). Kneed gedurende een paar minuten met de hand of in een keukenmachine en doe dan de zachte boter er ook bij. Kneed het nog 5-10 minuten door tot je een soepel deeg hebt. Laat het deeg 1 uur rusten in een ingevette en afgedekte kom op kamertemperatuur. Als je kamer erg koud is, zet de oven dan aan op 40 °C en schakel de oven uit zodra het deeg erin staat. Dit is een prima rijs temperatuur.
- Verwarm de oven voor op 220 °C (conventionele oven). Kneed het deeg even door, zodat het lucht eruit gaat. Verdeel het deeg dan in 8 bolletjes (60-65 g) en laat de bolletjes onder plastic 30 minuten rijzen op kamertemperatuur. Leg de bolletjes niet te dicht op elkaar, ze worden immers nog groter. Na deze tweede rijs smeer je de bolletjes in met ei (het overgebleven 1/2 ei gemengd met 1/2 el water). Bak de broodjes gedurende 10-12 minuten tot ze mooi goudbruin zijn. Laat ze afkoelen op een rooster.
- Als de broodjes zijn afgekoeld snij je het kapje eraf. Hol de broodjes dan een klein beetje uit. Het makkelijkst gaat dit door met een mes een cirkel te snijden en dan wat brood eruit te trekken. Doe de broodkruimels samen met het amandelspijs en een paar eetlepels melk in een staafmixer. Voeg de kardemom en oranjebloesemwater toe (of laat deze achterwege als je er niet van houdt). Meng dit tot een dikke crème met behulp van een staafmixer of met de hand. Verdeel deze crème over de uitgeholde broodjes tot de vulling net tot aan de rand van de holte komt.
- Klop de slagroom stijf met suiker en vanille. Spuit een mooie toef slagroom met een spuitzak op het broodje. Als je geen spuitzak hebt kun je de slagroom ook met een lepel opbrengen. Zet tot slot het brood dekseltje er weer bovenop en bestuif de semlor royaal met poedersuiker. Dien de semlor direct op of bewaar ze maximaal 24 uur in de koelkast (wacht dan wel met de poedersuiker tot het opdienen).
Tip: Je kunt (een deel van) de broodjes invriezen als ze zijn afgekoeld en een andere keer vullen als ze eenmaal zijn ontdooid.kijk hier voor alle recept illustraties
Ben je op zoek naar meer culinaire inspiratie voor de Pasen? Kijk dan hier voor meer Paasrecepten.
Veel plezier en eet smakelijk!