Ondanks dat de lijst met recepten die ik ooit nog wil maken enorm lang is, vind ik het nog steeds leuk om te speuren naar nieuwe ideeën. Onbekende traditionele recepten maken me altijd verschrikkelijk nieuwsgierig! Dus toen ik onlangs tijdens mijn zoektocht naar Paasrecepten deze speciale Italiaanse “Ciambelle di Pasque” (enkelvoud: “Ciambella”) tegenkwam ging ik voor de bijl. Deze koeken worden rond Pasen gegeten in de zuidelijke delen van Italië en hun speciale vorm krijgen ze door een aparte baktechniek die me intrigeerde.
De deegringen worden namelijk eerst kort gekookt en dan aan de zijkanten rondom ingesneden. Pas daarna worden ze in de oven gebakken en vindt de ware gedaantewisseling plaats, ze klappen open en veranderen in een soort platte diabolo. De Ciambelle hebben een lichte anijssmaak en zijn nauwelijks gezoet wat deels wordt gecompenseerd door de lekkere vanille glazuur. Ze zijn super licht en bros van structuur en hebben daardoor wat weg van de structuur lange vingers, maar dan wel héle bijzondere!
Ingrediënten (voor 10 Ciambelle van ongeveer 15 cm):
- 560 g patentbloem
- 6 eieren (L)
- 100 g olijfolie
- 25 g anijslikeur*
- snufje zout
- 2 el suiker
- rasp van een halve (biologische) citroen
- 1/2 el bakpoeder
Voor het glazuur:
- 90 g melk
- 15 g gesmolten boter
- 250 g poedersuiker
- 1/2 tl vanille extract
* Je kunt Pastis, Raki, Ricard, Pernod, Ouzo of Sambuca nemen. Wil je geen alcohol gebruiken, dan zou je (gemalen) anijszaad kunnen nemen. In Italië gebruiken ze wel eens anijsolie, maar dat heb ik hier niet gevonden.
Bereiding:
- Kneed een deeg van alle ingrediënten met de hand of in de machine. Als het deeg te plakkerig is, voeg dan een beetje bloem toe. Verdeel het deeg in 10 gelijke stukken.
- Maak van elk stuk een bol en druk deze dan plat. Maak een gat in het midden van en gebruik dit gat om de ring iets op te rekken tot een gat van ongeveer 4 cm in het midden. Doe dit met alle stukken deeg, tot je 10 ringen hebt.
- Breng een ruime pan water aan de kook en kook de deegringen in het water. Zorg dat ze voldoende ruimte hebben. Als de ringen boven komen drijven zijn ze klaar, dit is na ongeveer 2 minuten. Let wel op, want de ringen kunnen vastplakken op de bodem, waardoor ze niet kunnen drijven. Maak ze dan even los van de bodem.
- Haal de deegringen uit de pan met een schuimspaan en laat ze op een schone theedoek uitlekken. Als ze iets zijn afgekoeld snijd je de ringen aan de buitenzijde rondom in, maar niet te ver. In de binnencirkel moeten ze nog dicht blijven. Je maakt een soort “evenaar” in de deegcirkel. Deze evenaar zorgt straks in de oven voor hun karakteristieke uiterlijk. Ter hoogte van deze sneden klappen de cirkels open.
- Verwarm de oven voor op 220°C (boven- en onderwarmte). Leg de ingesneden deegcirkels rechtstreeks op een rooster van de oven. Zorg dat ze voldoende ruimte hebben omdat ze nog groter worden. Bak ze in 35-40 min, maar schakel na 10 minuten de oven terug naar 170°C. Ze zijn klaar als ze goudbruin zijn en licht aanvoelen.
- Laat ze afkoelen op een rooster en meng ondertussen de ingrediënten voor het glazuur met een staafmixer. Smeer de afgekoelde Ciambelles royaal in met het glazuur door middel van een kwast en bestrooi ze eventueel met gekleurde strooisels. Laat het glazuur helemaal drogen voordat je ze serveert.
Tip: Ik hoorde van een Italiaan dat hij deze koeken het lekkerst vindt als ze even in de melk zijn gedoopt. Veel plezier en eet smakelijk!